Het levensverhaal van Thim Salout

Ik ben geboren in 1977 en groeide op in een afgelegen dorp in de provincie Kampong Cham, waar armoede en ontberingen ons dagelijks leven bepaalden.

Ons huis was klein en gebouwd van bamboe en hout, met gaten in de muren en een dak dat nauwelijks bescherming bood tegen de regen. Elke dag begon vroeg en vaak met honger, omdat er  nauwelijks genoeg voedsel was. Vlees was zeldzaam en we aten vaak wat we in de jungle konden vinden.
We hadden geen toegang tot schoon water of medische zorg, en kleding was schaars.
School was geen optie vanwege de afstand en armoede, dus in plaats daarvan werkte ik op mijn negende al in de rijstvelden. In ruil voor een hele dag werk kreeg ik 1 kg rijst.
Ons leven was zwaar, met slechte oogsten en weinig middelen.

Ik heb vier broers en een zus. Mijn oudste broer werd gedood tijdens het regime van de Rode Khmer.
In 1997 ging het even beter toen mijn ouders vijf waterbuffels hadden. Helaas werden de dieren later gestolen, waardoor we weer in armoede vervielen. Mijn zus werd ernstig ziek, en onze moeder leed ook onder gezondheidsproblemen. Door gebrek aan geld voor medische zorg overleed mijn vader in 2016 aan nierstenen.

Toch droomden we van een beter leven, met onderwijs en genoeg voedsel.
In 2003 ontmoette ik via Tui Sokhoun de Belgische reisleider Martin Faingnaert, die me hielp Engels en computervaardigheden te leren. Samen met Sokhoun richtte hij in 2005 RAKO op, waar ik sindsdien werk.

Dankzij hem en RAKO hebben we nu betere vooruitzichten.
Tegenwoordig heb ik een gezin met vier kinderen en mijn moeder, nu 83 jaar oud, heeft ook zorg nodig.
Ondanks de vele ontberingen hebben we altijd hoop behouden, en de liefde voor ons gezin en onze gemeenschap heeft ons sterk gehouden.